[Onbemaagd]
ONBEMAAGD, bijv. n. en bijw., zonder trappen van vergrooting. Van on en bemaagd. Zonder magen, of wiens maagschap niet bekend is; een woord der regtsgeleerden. Bij Poot komt daarvoor onbemaagschapt voor. Voor onbemaagden werden voormaals, gehouden, die geene magen nalieten binnen het vierde lid.