[Omkreits]
OMKREITS, (omkrits) z.n., m., van den omkreits; meerv. omkreitsen. Eigenlijk eene kromme lijn, die om eene ronde vlakte sluit. In het gemeen een omtrek: wiens krunckeligen ommekreis verstreckt een zomerzonnereis. Vond. Binnen den ommekreits van drie muuren. Vond. Hij zal in zijnen omkreits vergroot worden. M.L. Van om en kreits.