[Omgroepen]
OMGROEPEN, bedr. w., gelijkvl. Van het onscheidb. voorz. om en groepen, dat van het teekenkundige woord groep, eene vereeniging van beelden, gevormd is: ik omgroepte, heb omgroept. Groepswijze omringen. Het is een woord, dat, bij de ouden, niet gelezen wordt. In een hedendaagsch schrift zegt iemand: kindertjes vervulden in eene treurige doch deftige houding het tooneel, de tombe tekenachtig omgroepende.