Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 298]
| |
kruid in het koren wast: een ketel, daer de nicker in gekoockt is. De Brune. Misschien, om de vergiftige en doodende kragt, dus genoemd, als eene figuurlijke benaming van het vorige nikker, in den zin van duivel. |
|