[Nikken]
NIKKEN, onz. w., gelijkvl. Ik nikte, heb genikt. Het is een voordurend werkwoord van neigen, en beteekent eene herhaalde beweging met het hoofd of de oogen maken: met het hoofd nikken, eenen wenk met het hoofd geven. Die met zijne ogen nikt. Muntinghe. In het fr. heet nique eene schudding met het hoofd.