kere eigenschappen, of omstandigheden: de nieuwe burgemeesters, die voor weinige dagen verkoren zijn. Nieuw krijgsvolk aanvoeren, dat nog niet in den slag geweest is. Het nieuwe verbond, in tegenstelling van het oude. De nieuwe wereld, omdat zij den Europeërs later bekend is geworden. Nieuwe maan. Ten opzigt der vermeerdering van onze kennis, met betrekking tot eene zaak, welke men nog niet wist: wat nieuws is er? Iets nieuws vertellen. Iets nieuws uitvinden. Ik heb eene nieuwe gedachte hierop gelezen. In het gemeene leven, zegt men: naar iets nieuw, ook benieuwd, zijn, voor nieuwsgierig. Het zal mij nieuw doen. Oneigenlijk, in betrekking op eigenschappen, die met nieuwe dingen gemeenelijk gepaard gaan. Zoo gebruiken wij het voor schoon
gemaakt, gereinigd: nu is de schaar weer nieuw. Iets nieuw maken. Nog niet gebruikt: een nieuwe hoed, al heeft hij ook, tien jaar, in den winkel gelegen. Ten opzigt van inwendige sterkte, eene eigenschap van nieuwe dingen: nieuwe lust. Schep nieuwen moed. Dat zal nieuwe kragten bijzetten. Zijne barmhartigheden zijn alle morgen nieuwe. Bybelv. Het geen aan zijne vermaaning eenen nieuwen aandrang geeven zou. Frantz. Met het denkbeeld van verbetering: een nieuw hart. De nieuwe mensch. Een nieuw leven leiden. Verkleinw.: nieuwtje. Dat is in het eerst een nieuwtje. Het nieuwtje van het huwelijk. Van hier nieuwachtig, nieuwlijk, bij Hooft, anders nieuwlijks, (nieuwelijks) nieuweling, een onervaren mensch; ook voor nieuwelijks, anders nieuwelings, nieuwigheid. Zamenstell.: nieuwbakken, nieuwerwetsch, nieuwgeboren, nieuwgehuuwd, nieuwgemunt, nieuwjaar, nieuwjaarsbrief, nieuwjaarsdag, nieuwjaarsdicht, nieuwjaarsgift, nieuwmare, bij G. Brandt, nieuwsbegerig, nieuwsgierig, oul. nieuwsgier, nieuwsgierigheid, nieuwsgieriglijk, nieuwstijding enz.
Nieuw, bij Ker. niuu, Otfrid. niu, novo, hoogd. neu, neders. nij, nige, deen. nij, angels. niwe, neowe, eng. new, fr. neuf, ital. nuovo, Ulphil. niwi, ierl. nua, pers. nau, russ. en pool. nowij, krain. nov; alles, met het lat. novus, gr. νεος, uit eene bron.