Neef, reeds in de negende eeuw, naar den frank. tongval, nevu, bij Stryk. neve, hoogd. nefe, neffe, neders. neve, angels. nefa, neofa, eng. nephew, fr. neveu, alban. nip, lapl. naep. In het hong. heet nap een zwager. De overeenstemming met het lat. nepos, waarvan het ital. nipote en het sp. nieto, is onlochenbaar, schoon het woord, daarom, uit het lat. niet behoeft afgeleid te worden! Beide schijnen, eerder, eenen gemeenschappelijken oorsprong, welken Adel. in na meent te ontdekken, te moeten hebben Meer overeenkomst schijnt het te hebben met het lat. affinis, en het angels. nehwan, adhaerere. Bij Hornegk heet elke bloedverwant nef, neve, new. In de oude engelsche wetten is nief, naif, neif een lijfeigene; doch dit schijnt uit het middel. nativus, dat in die zelfde beteekenis voorkomt, verbasterd te zijn.