Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 254]
| |
Van het scheidb. voorz. neder en kladden: ik kladde neder heb nedergeklad. Slordig op een papier schrijven; ook slecht schilderen, in de dagelijksche taal. |
|