Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 217]
| |
eens rekken: linnen narekken. Ook wordt, het, in de gemeenzame verkeering, gebezigd voor narijden, of loopen, om iemand in te halen: wij pakten ons weg, maar hij kwam ons narekken. |
|