Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 211]
| |
voorz. na en maaijen: ik maaide na, heb nagemaaid. Maaijen, dat door de maaijers niet afgemaaid is. Ook achter iemand maaijen. Van het woord in den eersten zin is namaaisel. |
|