Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 203]
| |
naa te janken. Hooft. Zulck een liefde bevange Dafnis, opdat ik hem dan late najancken. Vond. Om een ambtje al de grooten najanken. |
|