Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 114]
| |
meent ghij, dat de medecijnmeesters beuzelen en misslaen? Rodenb. Zich verspreken: hij slaat dikwijls mis in zijne rede. Den toon kwalijk vatten: de zanger sloeg, in het begin, reeds mis. De vogel slaat mis. |
|