[Minjoot]
MINJOOT, een woord bij de oude Rederijkers voorkomende, in den zin van liefkozend, streelend, uit liefde. Zoo zegt K. v. Mander: verweckende met schoon woorden minioot. Bij de Franschen heet mignoter, troetelen, liefkozen. Kiliaan berispt de dwaasheid dezer spelling, en plaatst daarvoor mingenoot. Het woord is, thands, geheel verouderd. Dit is de rede, waarom Poot er als mede spot:
De heldengesten van ridders en mannen groot
Behaegden in zulk schrift mijn wonderlijk minjoot.