[Middelpad]
MIDDELPAD, z.n., o., des middelpads, of van het middelpad; meerv. middelpaden. Een pad, dat tusschen beide loopt, bijzonder het groote pad, midden door eenen tuin strekkende. Van middel en pad. Hooft gebruikt middelpad, oneigenlijk, voor eene zachtere handelwijs, om iets inteschikken. Zie middelweg.