Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
(1804-1806)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 81]
| |
beteekent roerende, tilbare goederen, huisraad: al zijne meubelen zijn verkocht. Oneig. noemt men een nutteloos mensch, die anderen maar in den weg staat, een meubel. Zamenstell.: meubelkamer, een vertrek in den Haag, waar men de veroverde vaandels enz., eenen tijd lang, bewaarde, totdat men dezelve in de groote zaal ophing. |
|