[Memorie]
MEMORIE, z.n., vr., der, of van de memorie; meerv. memorien. Een onduitsch woord, dat in de dagelijksche taal geduld wordt, beduidende heugenis, geheugen; van het lat. memoria, zonder meerv. Een man van eene goede, sterke, vaste memorie. Gedachtenis, aandenken: ten tijde van den vorst hoogloflijker memorie. Geschrift, om zaken in het geheugen te houden of te brengen; met een meerv.: ik heb er eene memorie van overgegeven. Zamenstell.: memorieboekje, memoriestof, memoriewerk.