[Matras]
MATRAS, z.n., vr., der, of van de matras; meerv. matrassen. Verkleinw. matrasje. Een onderbed, dat met haar of andere stoffen opgevuld en doornaaid is: de vorst springt van de matras. Hoogvl. Ook geeft men dien naam aan een waterglas, pisglas.
Fr. materas, matelas, eng. mattress, pool. materac. Het is uit het ital. materazzo, matarazza, middeleeuw. mataratium, matracium.