[Lijst]
LIJST, z.n., vr., der, of van de lijst; meerv. lijsten. Een woord, dat, in het algemeen, het denkbeeld van iets dat lang, dun of smal is, insluit. Wij bedienen ons van dit woord om eenen zoom, een boordsel om een kleed aanteduiden: een jagtrok met een geborduurde lijst. Vond. De lijst rondom het scheepszeil. In bepaalderen zin, een verheven, smal belegsel, dat tot sieraad dient, zoowel om het midden, als om den rand van iets: ghij sult eenen goudenen krans rondom de lijste derzelver maken. Bybelv. Eene schilderij in eene lijst zetten Oneig., rand, kant: langs de lijst der lage klaverweiden. Vond. Verkleinw. lijstje. Zamenstell.: kroonlijst, schilderijlijst, spiegellijst, enz. - Lijstenmaker, lijstlijnen aan de zeilen, lijstwerk.