[Lijst]
LIJST, z.n., vr., der, of van de lijst; meerv. lijsten. Eigenlijk eene lange, smalle streep, b.v. van pergament, om iets op te teekenen. Van hier eene rol, een register: soldaten op de lijst brengen, hunne namen op de lijst schrijven. Ik vind u op de lijst niet. Hij heeft hem op de lijst der raadtsheeren uitgeroeit. Hooft. Zie hier eene geheele lijst, eene gansche reeks. Zamenstell.: geslachtlijst, naamlijst, enz.
Uit het middeleeuw. lista, dat, met het vorige woord, uit dezelfde bron is.