[Lavendel]
LAVENDEL, (bij Vond. ook lavender: lavender mengende) z.n., vr., der, of van de lavendel, zonder meerv. Eene plant met welriekende bloemen. Zamenstell.: lavendelbloem, lavendelkruid, lavendelolie. Van het lat. lavendula, dat zijnen naam van lavare, wasschen, zal hebben, omdat de Ouden deze plant, in de waschbaden, gebruikten.