[Lava]
LAVA, z.n., vr, der, of van de lava; het meerv. is niet in gebruik. Zoo noemen de Inwoners van Italie en Sicilie den vuurstroom, die uit de monden van den Vesuvius en Etna vloeit. Zij bestaat, uit een mengsel van steenen, zand, aarde mijnstoffen, zouten, die, door het vuur, tot kalk verbrand, gesmolten en in glas veranderd worden. Voords is het, in het algemeen, de naam van de gloeijende stroomen, uit volkanen of vuurbergen uitgeworpen. De lava van Vesuvius, ontsprongen uit zijn' geborsten kroes, waarin Natuur haar stoffen kookt enz. L. Trip. Zamenstell.: lavastroom. Denkelijk van het lat. labi, vallen. Hierheen behoort ook het zwit. woord lauwine, waardoor de Alpbewoners eene gansche laag sneeuw verstaan, die van het gebergte valt. Het middeleeuw. lavina gebruikt Paul. Diacon., om, daardoor, regenvloeden uittedrukken, die van de bergen storten.