k noch w hadden, drukten die beide letteren, naast elkander komende, uit door qu; schoon zij ook niet altijd de q gehad hebben. De q is zeker een overblijfsel van de Fenicische of heb. ק, kof, kuf. Onze Voorvaders, het lat. abe overnemende, behielden de q mede. Zij is dus vreemd, en wij kunnen haar te regt missen. Dit letterteeken kw, voords, staat alleen in het begin van een woord, of eene lettergreep; en, wanneer men den oorsprong der woorden nagaat, zal men meest bevinden, dat eene der beide letteren wegvalt; schoon somtijds beide onontbeerlijk zijn, om de naauwkeurige uitdrukking van het geluid. In vele gevallen moet k of w weggeworpen worden. Bij voorb., schrijf het lat. quartus (de vierde), met nederd. letters kwartus, en gij vindt de k slechts een keelgeluid; zijnde nu hetzelfde woord als ons vier. Zoo is het lat. qualis ons welke, quod ons wat. Kwik komt van wegen, bewegen. Bij Ulphil. is quivan, leven, het lat. vivere, ons weven, dat is zweven. Bij ons is kwalm en walm in gebruik. Ons komen heeft in de vervoeging kwam. Eindelijk voor kw hebben de Duitschers qù, de oude Gothen q, de Angels. cv of cu, de oude Zweden kv, de hedendaagsche qv, de IJsl., in vele gevallen, kv, en de Wallis. chw.