Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 605]
| |
sel en Gelderl. gebruikelijk. Het werktuig, waarmede de kreus gemaakt wordt, heeft denzelfden naam. Misschien, uit eene bron, met het fr. creux, diep, uitgegraven. Anders kroos genaamd. |
|