gemak aan het been, door de bevalling veroorzaakt, kraambier, kraamheer, kraamkamer, kraamkind, kraammaal, kraamstoel, kraamvrouw, kraamwaren: uit kraamwaren gaan. Dit woord, gelijk het, in beteekenis, zeer veel van het vorige verschilt, heeft ook eenen gansch anderen oorsprong. Tuinman gist, dat het, door letterverzetting, van kermen afstamme. Zoude het niet gegronder zijn, aan hetzelve eenen gemeenen oorsprong, met kram, kramp, krimpen, toeteschrijven? Hoe zigtbaar is, bij die gelegenheid, niet de wringing en zamentrekking van uit- en inwendige ligchaamsdeelen!