Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Klats] KLATS, een tusschenwerpsel, om het geluid van weeke ligchamen uittedrukken, als men dezelven tegen andere ligchamen werpt: klits, klats. Vond. Vorige Volgende