aan God klagen. Dat is God geklaagd! Ik zal het den meester klagen. Hier is aanklagen ook gebruikelijk. Van hier klager, klaagster, klaging. Zamenstell: klaaghuis, klaaglied, klaagpsalm, klaagrede, klaagschrift, klaagstem, klaagtoon, klaagvrouw.
Klagen, hoogd. klagen, Ker. clagen, Otfrid klagen, neders. klagen, zw klaga. Het is eene nabootsing van de klaagstem. Het gr. ϰλαιω, ik ween, behoort hierheen ook.