Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 441]
| |
bestaande: wij noodigen u op de kandeel. Hooft. In Groningen zegt men het kandeel. Hoogstr. en Halma verkiezen ook dit geslacht. Insgelijks vindt men bij Hooft: ingenomen hebbende haar kandeel. Voords schijnt het woord van het fr. chaudeau te zijn. Van hier kandeelmaal, kandeelpot, kandeelwijn. |
|