Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 422]
| |
wijn, azijn enz. zet. Het heeft met kim, kiemen, eenen oorsprong. Kil. kent kiemen, dat, thands, kamen heet, dat is, kaam zetten: het bier heeft gekaamd. Voords is hiervan: kaamachtig, kaamsel, kamig. |
|