Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 406]
| |
ik wrocht in, heb ingewrocht). Door bewerking inmaken: sommigen beschrijven het geloof, als een ingewrocht vermogen. - Met al mijne kragt kan ik het er nog niet inwerken. In het gemoed doen inblijven: dat men de waarheden niet derwijze kan inwerken. Overz. van Herv. - Mijn ingewerkt verlangen. M.L. Tijdw. |
|