Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 397]
| |
voorz. in en steigeren: ik steigerde in, ben ingesteigerd. Steigerend inkomen. Het paard kwam ter poort insteigeren. |
|
[pagina 397]
| |
voorz. in en steigeren: ik steigerde in, ben ingesteigerd. Steigerend inkomen. Het paard kwam ter poort insteigeren. |
|