Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Ingebeeld] INGEBEELD, verl. deelw. van inbeelden. Die zich iets inbeeldt: een ingebeeldde zieke. Dat, hetwelk men zich inbeeldt: eene ingebeeldde hoop. Vorige Volgende