[Immers]
IMMERS, bijw. en voegwoord van bevestiging. Zekerlijk, trouwens. Bijw.: ik heb het u immers gezegd. Voegw.: ik verwacht geen heil van menschen; zij kunnen mij immers niet helpen. Ook wordt het vooraan geplaatst: God is mijne toevlugt; immers is het bij hem zoo veilig!