[Hopman]
HOPMAN, z.n., m., des hopmans, of van den hopman; meerv. hopmans, hopmannen, en hoplieden. Een hoofdman over eene krijgsbende, voornamelijk, over eene gewapende burgerij. Van hop, dat is hoofd, en man. Anderen brengen het tot hop, voor hoop en man, praefectus multitudinis.