Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 297]
| |
paards, enz. 't Hal gekneedt van de hoefslagen. Hooft. Onlanx waarna een hoefslag van zijn eigen paardt hem het leven kostte. Hooft. Van hier hoefslagbron.
Ons lippen hebben noit den hoefslachbrun ghenaackt,
Die vollik, 't botte volk volmaakte dichters maakt.
Spiegh.
|
|