Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Helmet] HELMET, z.n., o., des helmets, of van het helmet; meerv. helmetten. Dichters bezigen het voor helm. Op 't helmet, zegt Vondel. Eng. helmet, ital. elmetto. Vorige Volgende