Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 261]
| |
alicujus aedes; wijders, het verouderde heimstier, voor huuwlijksgoed, zijnde datgeen, welk door den Vader van de Bruid, na het voltrekken van het huuwlijk, tot eenen bruidschat, aan het huis (heim) van den Bruidegom gestierd werd. Hooft bezigt heim, in dezen zin: de schipper dan te heijm gekeert. Voor geheim, komt het bij Six van Chand. voor: in sijn heimen raad. Hooft heeft ook heimwaart. Hiertoe behooren ook Nieuwenheim, Dossenheim enz., Deutichen, Gornichem, enz. |
|