Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [He] HE, een tusschenwerpsel, dat gebruikt wordt, wanneer men iemand roept: he! hoor eens! of ook, in den vertrouwlijken omgang, als men zich verwondert: he! zegt gij dat? Vorige Volgende