Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 232]
| |
af van houden; halten in het hoogd. In Neders. is het ook zonder f, halter, bij Kil. halter, halfter. |
|
[pagina 232]
| |
af van houden; halten in het hoogd. In Neders. is het ook zonder f, halter, bij Kil. halter, halfter. |
|