[Gildos]
GILDOS, z.n., m., van den gildos; meerv. gildossen. Een groote, vette, os, die voor eenen gildemaaltijd, als ware het, gemest is. In Groningen leidt men zulken os, met eenen krans om de horens, door de stad, en maakt deszelfs deugdlijkheid door trommelslag bekend. Sommigen noemen hem daarom eenen belderom.