[Gezagtigen]
GEZAGTIGEN, bedr. w., gelijkvl. Ik gezagtigde, heb gezagtigd. Door gezag ondersteunen. Kiesche Schrijvers gebruiken dit woord. Men vindt het in de overzetting van J. Hervey, in navolging van welke Frantzen schrijft: gezachtigd door de onfeilbaare leiding.