Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 125] [p. 125] [Genebd] GENEBD, bijv. n. en bijw., van neb, eenen langen spitsen bek hebbende. Zie neb. Vorige Volgende