Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Ein] EIN, een klemstaartige basterduitgang, dien wij van het fransche ain hebben, dat zij van het lat. anus ontleenen, als, lat. castellanus, fr. chattelain, en bij ons kastelein. Vorige Volgende