Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D(1799-1801)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 524] [p. 524] [Dewijl] DEWIJL, voegw., naardien: dewijl dit zoo is enz. Dikwerf wordt dewijl, verkeerdlijk, voor terwijl, en terwijl voor dewijl genomen. Zie terwijl. Vorige Volgende