C.
[C]
C, is, eigenlijk, eene latijnsche letter, en dient, in die taal, voor k. Zij is, bij ons, waarschijnlijk, het eerst ingevoerd, in die tijden, toen de Kloosterlingen, genoegzaam, alleen de pen voerden. Wij hebben de c, in nederduitsche woorden, ook niet anders noodig, dan tot het ondeelbare letterteeken ch, of chi, overeenkomende met de χ der Grieken, en bij ons gebruiklijk voor eene scherpere letter, dan g, in echt, schaap enz., schoon wij in de woorden Cesar, Cicero, cipres, ceder, cel, citer, citroen, cijfer, oceaan, en eenige andere, van het grieksch, of latijn, oorspronglijke woorden, de c behouden. Zie verder Inleid. bl. 43, env.