[Brandewijn]
BRANDEWIJN, z.n., m., des brandewijns, of van den brandewijn; meerv. brandewijnen. Zekere sterke drank: fransche brandewijn. Zamenstellingen: brandewijnbrander - stoker, brandewijndrinker, brandewijnflesch, brandewijnglas, brandewijnspacht, brandewijnsvat, brandewijnzuiper, enz.