de scheut, of ruimte, van een touw, wordt het ook onz. gebruikt: het touw heeft geen bot genoeg, is te strak, - het touw bot geven, vieren; overdragt.: iemand bot vieren, toegeven, meer vrijheid geven. Deze spreekwijzen schijnen afkomstig te zijn van bot, in de beteekenis van scheut, of uitspruitsel van eenen boom.
Het verkleinw. van bot is botje. In Vriesland, noemt men vier duiten, een botje; en van daar, mooglijk, de spreekwijs: botje bij botje, of ieder het zijne toeleggen.