[Boekstaaf]
BOEKSTAAF, (bij Kil. ook boekstaf) z.n., vr., der, of van de boekstaaf; meerv. boekstaven. Letter, eigenlijk drukletter: die d'eerste boekstaaf sneet uit boomen. Vond.
Elk grasspier is een stomme letter
En boekstaaf, die, alom in 't velt,
Het woort van Godt zoo kunstigh spelt,
Als ooit een drukgezel of zetter. Moon.
Van hier boekstaven, voor spellen; doch beiden zijn weinig meer in gebruik.