Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D (1799-1801)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, DToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.09 MB)

Scans (456.28 MB)

ebook (5.81 MB)

XML (2.64 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. A. B, C, D

(1799-1801)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Bodem]

BODEM, z.n., m., des bodems, of van den bodem; meerv. bodems. Het onderste van eenig ding. De oppervlakte der aarde, in tegenoverstelling van den hemel, zonder meerv., gemeenlijk, aardbodem. De bodem van een vat - tot den bodem uitdrinken, geheel uitdrinken. De grond, of het land, waar men woont: wij zullen den vijand van onzen bodem afhouden. De bodem der zee. De bodem van een schip, en, bij overdr., voor het schip zelf: ik had zes bodems onder mijn bevel. Ook wordt aan het hart een bodem toegeschreven: hij ziet op den bodem van mijn hart neder, kent mijne geheimste gewaarwordingen. Somwijlen wordt bodem, in de gemeenzame verkeering, tot boom zamengetrokken. Zoo wordt, b.v., een rond stuk was, of vet, welk op den bodem van een vat gegoten, deszelfs gedaante aangenomen heeft, een boom vet, een boom was genoemd; welk laatste ook den naam van wasboom draagt. Van hier ook bodemloos, zonder bodem, bodemen, bedr. w.: een vat bodemen, eenen bodem inzetten.

Van dit bodem zijn verscheidene spreekwijzen ontleend, als: op eenen effen bodem zijn, geene schulden hebben - iets den bodem inslaan, verijdelen, vernietigen: hij heeft al mijne ontwerpen den bodem ingeslagen - het vaatje op den bodem zetten, geheel uitdrinken.

Hoogd. Boden, bij Notk. bodem, podem, angels. botm,

[pagina 435]
[p. 435]

eng. bottom, zweed. bottn. Het is een zeer oud woord, daar reeds het gr. βυθος, βυθμος, πυθμην, βενθος, volgends Hesychius, bodem beteekent.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken