[Bleeker]
BLEEKER (bleiker), z.n., m., des bleekers, of van den bleeker; meerv. bleekers. Iemand, die linnen, kleederen, enz. bleekt, en daarvan bestaat. Het vrouwlijke is bleekerin. Ook wordt zekere wijn, die bleekrood van kleur is, bleeker genoemd. En in Keulen draagt de wijn, die aan den Rijn wast, den naam van Bleichert (bleikert, bleekert).