[Beleefd]
BELEEFD, bijv. naamw. en bijw., zijnde het verled. deelw. van beleven. Beleefder, beleefdst. Een beleefd man - hij is zeer beleefd. Van hier ook beleefdheid, beleefdlijk.
Beleefd is, eigenlijk, iemand, die veel beleefd heeft, en door ondervinding en omgang met menschen heusch en vriendlijk is geworden.